Ze rollen naar beneden, ik voel ze stromen, er komt geen einde aan…
Ik wordt wakker… alleen, het is nog vroeg, waar is iedereen? Ben ik alleen? Wacht eens even ik ben moeder toch? Waar is mijn meisje dan? Ik zie de lege wieg, een doorn in mijn oog is het. Ik voel dat mijn nachthemd nat geworden is, waarvan? Pas nu heb ik door, ik huil en er komt geen einde aan. Ze rollen één voor één naar beneden, het is een zee aan tranen.
Hoe anders had het moeten lopen… Ik had nog in blije verwachting moeten zijn, moeten uitkijken naar de komst van haar en misschien wel moeten zuchten dat het nu wel zwaar werd. Ik had moeten meemaken hoe mijn vliezen braken, het klokken van de tijd na iedere wee, de spanning en onzekerheid maar ook de oerkracht van het baren van mijn kind. De ontlading, de geboorte van mijn meisje, haar eerste kreetjes horen en vervolgens het lekker warm en veilig op mijn borst liggen. Ik had wat bloedverlies gehad moeten hebben en hechtingen waarschijnlijk maar vooral had ik een trots – oer gevoel moeten hebben. Trots dat het mij gelukt was en hoe! Een mooi, min 2 kg wegend roze meisje had naast mij moeten liggen. Ik had haar zoveel als ik maar wou vast kunnen houden, familie en vrienden hadden langs moeten kunnen komen om ons geluk te delen en iedere seconde van haar in ons leven had mij bij moeten blijven… Ik had haar eerste minuten op aarde moeten kunnen opslaan in mijn gedachten en hier met een emotioneel, trots gevoel op terug moeten kunnen denken.
Maar niets van dat…. Alles loopt anders…. En nu, nu komt alles in één klap samen. Alle verdriet, teleurstelling, pijn, rouw en wanhoop stroomt als een zee van tranen naar beneden.
Ze wordt geboren in een ijskoude omgeving, koude vingers raken haar aan, vingers die ze niet kent. Groot licht schijnt in haar gezicht, hardhandig ondergaat zij alles. Ze zal troost zoeken, eng vinden wat er allemaal gebeurt maar in plaats van de rust en liefde van haar moeder ligt ze moederziel alleen, alleen op een hard bed, haar huisje omringt met harde geluiden.
Ik ben ziek, mijn lijf doet pijn. Op een haartje na overleef ik het, mijn bloed stolt niet meer, ik krijg een hersenbloeding. Mijn buik doet zeer maar ik weet niet waarvan. Het bloed stroomt naar beneden, waar het eerst normaal vloeien was, is het bloedverlies nu meer. Ik moet meer rust nemen, meer rust terwijl ik nu al niets kan. Ik kan mijn been niet omhoog houden of staan, als de zusters mij helpen en schoon maandverband geven laat ik mijn benen vallen, ze komen als lood op de matras neer, er is geen controle over. De simpelste dingen gaan niet, ik herken mezelf niet meer…
Ik word wakker… alleen. De foto op mijn nachtkast helpt mij herinneren dat ik mama geworden ben. Een klein, mooi meisje zie ik daar, ze bestaat alleen daar en niet in mijn gedachten. Mijn hersenen van herinneringen is leeg, ik weet nergens van. Ik kan mij niets herinneren van de laatste dagen. De foto’s zijn de stille getuigen en voor mij de herinneringen aan deze tijd. Ik rouw, rouw om de vroeggeboorte en verdriet van het moeten missen van de eerste tijd. Ik rouw om het moeten missen van de laatste maanden en het groeien van mijn buik, ik rouw om het moeten missen van haar geboorte, het missen van haar eerste geluiden, het openen van haar ogen maar vooral het ruiken van haar en haar huid voelen op die van mij, samen de wereld ontdekken…