Welke woordjes kan ik inmiddels zeggen? En wat bedoel ik ermee? (in willekeurige volghorde):
- Diene = drinken
- Moe
- Koffa -aaah = koffie
- Naam hond, kom mee
- (S)toel / zitteh = zitten / op schoot
- Oma
- Kiek kiek = kiekeboe
- Poet = kapot
- Ab of op = op
- Bad en bed maar nog wel eens door elkaar
- Kom
- Uit
- Papa-aaah
- Huis
- Gogol of vogol = vogel
- Zoen = zon
- Maan
- Okie = ok
- Auto
- Bumba
- Buiten
- Bal
- Nat
- IJs = ijs of ei
- Issie mij nou? waar is…
- Hi
- Ha…t = hand
- Lamp
- Oh je
- (H)opla
- Koekie
- Boom
- Mamma -aaah
- Etah = eten
- Nijne = konijn of nijntje
- Tas…sj = tas
- Kaas…sj = kaas
- Vies = vis
- Bah = vies van bv zand op handen
- Diesah = deze
- Tie = die
- Koek = boek
- Baby = pop, poppetjes, baby
- Naam neefje = alle kinderen die ze ziet in leeftijd 1-2 jaar
- Bibi = vliegende insecten
- Oh nee
- Hoend = hond
- Pien pien = spring
- Eend
- Poep = gepoept of poepie gelaten
- Paard
- Weecee = wc
- Poes
- Din = dicht
- Dahha = dag
- Ja
- Nee
- Moei = mooi
- Boem
- Vijs = vast
- Moend = mond
- Neus….sj
- ochen = ogen
- uh-re = oren
- Buig = buik
- Hoft = hoofd
- Bielleh = billen
- Open
- Bier = beer
- Voet of voeten = schoen of voet
- Nij ja = nou ja
- Opa
- Koe boe
- Kijk
- Doei
- Fiets
- Tatoe tatoe = ambulance of (grote) auto
- Pip van Woezel en Pip
- Tafol = tafel
- Kopter , koptuig of tuig = vliegtuig
- Haai
- Bijbaan = glijbaan
- Foon = telefoon
- Wie-h = schommel
- Slapeh = slapen
- Fes = fles
- Lie-gah = liggen
- Oo mee = ook mee
- Valleh = gevallen
- Bou-weh = bouwen
- Pak-keh = oppakken
- Muis
- Dik = dikkie dik
- 1-2
- Auw
- Geven